maandag 30 januari 2017

Artikel in Trouw. Links Protest

Links protest  klinkt weer  in de straten. Suzanne Kropman


DEMONSTREREN. Is internet niet het hedendaagse platform om je proteststem te laten horen? Nou, linkse activisten gaan juist vaker de straat op. Zoals vrijdag, tijdens de inauguratie van Donald Trump om meteen ook maar te protesteren tegen Geert Wilders.



Tot haar eigen verbazing en verontwaardiging zat Corna Dirks (61) in november voor de tweede keer binnen een week in een koude politiegarage. Het weekend ervoor was zij een van de 198 demonstranten die werden opgepakt in Rotterdam omdat ze wilden demonstreren tegen Zwarte Piet. En nu zat ze weer vast in Den Haag. Samen met de andere demonstranten, 165 in totaal, was ze opgepakt tijdens een protest ‘tegen de criminalisering van de anti-fascistische strijd’, georganiseerd door het extreem-linkse Afa (Anti-fascistische actie) Den Haag. Enkele actievoerders wilden hun gezichtsbedekking niet afdoen, waarop de demonstratie beëindigd werd door de hele groep in te rekenen.

“We werden omsingeld. Er werd op ons ingeslagen en gebeukt.” Of zij niet uit het gewoel wilde, vroeg een ME’er haar. “Ik ben ouder dan de rest, vandaar. Maar schilder me niet af als weerloos vrouwtje. Ik wilde blijven staan. Vertrekken zou ik laf hebben gevonden, we hadden het recht ons geluid daar te laten horen.” Haar standvastigheid leverde haar later op Facebook de bijnaam 'Diehard Oma' op.
Dirks is met pensioen en tegen racisme. “Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid. Ik heb heel erg de behoefte om me daartegen uit te spreken.” Niet alleen online – ze richtte haar eigen Facebookgroep Reason against Racism op– maar ook op straat.

“Het begon toen ik in 2012 op Facebook de reacties zag in de Zwarte Pietendiscussies. Ik schrok me dood van de onderbuik van Nederland. ‘Dit kan echt niet’, dacht ik.” Minstens één keer per maand demonstreert ze, tegen Zwarte Piet, maar ook tegen seksisme, voor Lgbt-rechten, aankomende vrijdag tegen Geert Wilders en Donald Trump onder het motto: stop de haat. “Er zit een overlap in. Stel dat je een zwarte vrouw bent. Dan word je dubbel gediscrimineerd: je hebt te maken met racisme, maar ook met seksisme. Een zwarte lesbische vrouw heeft dat driedubbel.”

Het effect van de demonstraties waar ze aan meedoet is wisselend. Zeker als een protest uit de hand loopt – bijna standaard bij de landelijke sinterklaasintochten – gaat het alleen nog over het zgn. geweld. “Dan worden wij als terroristen weggezet, terwijl we dat als vreedzame demonstranten niet zijn.” Maar soms zijn demonstraties volgens haar juist heel effectief. Ook als je maar met weinig bent. “In april demonstreerden we tegen de Kinderombudsvrouw. We vonden dat zij stelling moest nemen tegen Zwarte Piet. We waren maar met een kleine groep, maar hebben haar toen wel gesproken. Later heeft ze zich inderdaad tegen Zwarte Piet uitgesproken.”

Demonstreren, was dat niet een reliek uit de tijd dat Bob Dylan ‘The times they are a-changing’ zong? Geldt nu niet het cliché dat mensen online hun afkeuring uitspreken en hun sociale engagement daarmee wel voldoende vinden? Dat de spandoeken, de oranje hesjes en fluitjes al jaren in de kast liggen? Nee, het is een illusie te denken dat activisme op straat afneemt, al denken bestuurders soms van wel, zegt Jacquelien van Stekelenburg, hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. “Er zijn nu net zo veel protesten als in de jaren zestig.” Maar het karakter is anders. Anno nu wordt er minder gereld, maar zijn er juist meer demonstraties tegen de overheid.

Van Stekelenburg werkt sinds 2009 aan een internationaal demonstratieproject. Daarvoor bezoekt zij protesten met meer dan 3000 deelnemers. Inmiddels zijn er data beschikbaar van ruim 18.000 demonstranten verdeeld over ruim negentig demonstraties in verschillende landen. Opvallend is dat 91 procent van die demonstranten zichzelf links in het politieke spectrum plaatst. Daarbij merkt Van Stekelenburg aan dat extreem-rechts (Pegida, de Nederlandse Volksunie) ook geregeld de straat opgaat, maar die krijgen zeer zelden meer dan tweehonderd man op de been. Alleen grote demo’s worden meegenomen in het onderzoek, waardoor dat soort kleine demonstraties dus niet in de dataset zitten.

Dat links vaker groot demonstreert komt onder andere doordat de deelnemers post-materialistische waarden hebben: ze zijn maatschappijkritisch, idealistisch en nemen stelling tegen sociaal onrecht. Ze zijn bereid om de degens te kruisen met ‘de tegenstander’ en de strijd aan te gaan. Daarbij heb je versterkende mechanieken: “Links demonstreert ook bij een linkse regering meer dan rechts. Is er een rechtse regering dan gaan ze nog vaker de straat op en is er – zoals nu in Amerika – een rechtse populist aan de macht, dan is de dynamiek dat ze nóg vaker demonstreren omdat linkse activisten onderdeel zijn van de boosheid van populisten die hen bestempelen als ‘de intellectuele elite’.”
Dat er de komende tijd dus meer gedemonstreerd zal worden, lijkt Van Stekelenburg dan ook waarschijnlijk, nu zowel in Europa als in de VS het rechts populisme groeit.

Nog een demonstratieganger – beroepsmatig dan – is Jan Swaan, politiecommissaris in Amsterdam.
Als hoofd van de Vredeseenheid is het zijn taak om in contact te treden met demonstranten bij risicodemonstraties in de hoofdstad. Of ze nu tegen een kraakverbod, tegen Zwarte Piet, voor Israël, voor Palestina of tegen immigranten zijn, de organisatoren van demonstraties die wel eens uit de hand zouden kunnen lopen, krijgen te maken met Swaan en zijn collega’s: agenten met platte petten die komen praten. Wat willen ze, met hoeveel, hoe zien ze het protest voor zich? Met die informatie treedt Swaan in overleg met zijn collega’s van de politie die de orde moeten handhaven en met de burgemeester.

Net als Van Stekelenburg ziet ook Swaan een comeback van de actiebereidheid, maar door de jaren heen zijn de tactieken wel veranderd, constateert de commissaris. “Je ziet dat mensen steeds vaker op elkaar reageren, in die zin zie je wat er op internet gebeurt terug op straat. Vroeger kondigden bijvoorbeeld de Koerden een demonstratie aan en demonstreerden de Turken een week later. Nu gaat het tegelijk.” “Mensen willen op dezelfde dag, plek en tijd hun stem laten horen, om hun eigen standpunt naar voren te brengen én om het geluid van de ander te verstoren. Dat zie je bij vooral drie groepen: Turken en Koerden, pro-Israël- en pro-Palestinademonstranten en bij extreem-links en extreem-rechts. Bij die laatste groep reageert links eigenlijk altijd op rechts. Andersom gebeurt niet: als extreemlinks demonstreert, komt rechts daar niet op af.” Een voorbeeld: begin 2016 was de anti-islambeweging Pegida in Amsterdam. Zij demonstreerde met nog geen honderd man voor het stadhuis. Ernaast hield links een vele malen grotere tegendemonstratie. Daar waren de SP, GroenLinks en de PvdA vertegenwoordigd, maar ook allerlei anti-racismeclubs. Ook extreem-links kwam, in de vorm van Afa. Zij de-.....

Pag 2 mist. Die volgt nog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten